India is begonnen aan zijn kolossale algemene verkiezingen, een zes weken durende democratische oefening die de grootste ter wereld is. Met bijna 970 miljoen kiesgerechtigden bevindt het land zich op een cruciaal moment in zijn politieke geschiedenis. Premier Narendra Modi, het gezicht van de Bharatiya Janata Partij (BJP) en een figuur die synoniem staat met het hindoe-nationalisme, strijdt om een ongekende derde ambtstermijn. De verkiezingen zijn niet alleen een test voor de blijvende aantrekkingskracht van Modi, maar ook een referendum over het bestuur van de BJP, met name over de manier waarop zij omgaat met economische groei, het scheppen van banen en het bevorderen van hindoetrots. Toen de stembussen opengingen, waren de verwachtingen en opwinding onder het electoraat voelbaar. Modi is er door gebruik te maken van een mix van ontwikkelingsbeloften en nationalistische retoriek in geslaagd een aanzienlijk deel van de Indiase bevolking te stimuleren. Zijn campagne heeft vakkundig door het complexe tapijt van de Indiase politiek genavigeerd, waarbij hij zowel de aspiraties als de culturele gevoelens van de kiezers aansprak. De oppositie, gefragmenteerd en belaagd, wordt geconfronteerd met een zware strijd om een geloofwaardige uitdaging aan te gaan voor Modi’s moloch. De betekenis van de verkiezingen reikt verder dan de onmiddellijke politieke lotgevallen van de kanshebbers. Het is een lakmoesproef voor de Indiase democratie, die het vermogen van het land aantoont om op ongekende schaal vrije en eerlijke verkiezingen te houden. Bovendien zal de uitkomst diepgaande…
Lees verderWees de eerste om te beantwoorden aan deze algemene discussie